De zin van het leven zit in de lessen die je door het leven krijgt aangereikt.

— Marianna van Praag (rabbijn)

Rilke en zijn betekenis voor de wereldcrisis – door Elly Beeren

De dichter en schrijver Rainer Maria Rilke (1875-1926) kwam op mijn pad toen ik een heftige innerlijke crisis doormaakte, tientallen jaren geleden. Een vriendin gaf me een citaat uit zijn ‘Brieven aan een jonge dichter’ waarin ik de essentie ontdekte van wat de functie is van een crisis. Het boekje werd gekocht en heeft me sindsdien niet meer losgelaten. Jaren later, tijdens mijn biografie-opleiding herkende ik in zijn opvatting over de vragen die deze jonge dichter hem stelde, de ware betekenis van het biografisch gesprek. Mij trof zijn in- en mee-levingsvermogen dat niet alleen de kunstenaar aan het woord laat maar vooral ook zijn algemene menselijkheid. Rilke is niet alleen literair historisch van belang, maar ook vanwege het feit dat hij koploper is van vele ontwikkelingen die pas in onze tijd terrein beginnen te winnen door onder andere zijn visie op het man-vrouw zijn, het huwelijk op basis van gelijkwaardigheid en zijn zorg om het milieu.

Het afgelopen jaar werd de wereld overvallen door een levensbedreigende crisis die elk individu betrof. De pandemie heeft bij iedereen veel losgemaakt  en er is een onophoudelijke stroom van informatie, meningen, (onwrikbare) standpunten en vragen op de mens afgekomen. Je ontkomt er niet aan om die ook aan jezelf te stellen. Wat gebeurde er allemaal in jou toen deze crisis zich aandiende? Hoe verliep jouw proces in deze periode? Interessant was dat ik aan Rilke moest denken, en aan die briefwisseling met zijn jonge vriend.

Biografisch gezien is elke crisis interessant materiaal voor de beschouwing van je/het leven. De crisis wijst op een knooppunt dat vraagt om ont-warring. Bij een (persoonlijke) crisis nemen in eerste instantie gevoelens van boosheid, verdriet en angst de leiding over. Wat kan ik nu doen om zelf weer het heft in eigen hand te nemen? Verlam ik of ga ik over tot actie? Als een drieluik ontvouwt zich zo’n moment in je biografie; je kunt zeggen: er is een situatie ervoor, tijdens en erna. En dan merk je al snel dat alleen een werkelijke metamorfose van die gevoelens je zal helpen door deze crisis heen te komen. Je blik op de situatie zoals die ervoor was, dán als het ware een ‘stervensmoment’ beleven, en dan ervaren dat er iets echt veranderd is in jezelf; door dit proces helemaal te doorlopen ontwikkel je een kwaliteit waarmee je jezelf en de wereld een dienst bewijst. Dus, werk aan de winkel!

In de voordrachtencyclus van “Metamorfosen van de ziel” laat Steiner al de vele mogelijkheden zien om de ziel als instrument in te zetten.

Deze voordrachten zijn altijd een grote inspiratie voor me geweest en later ook de kunst. Ik denk dat elke vorm van kunst het in zich heeft om eraan te ontwikkelen. Rilke is zo’n kunstenaar. Ik ontdekte dat het gesprek dat hij voert met de jonge dichter Kappus, eigenlijk één lang biografisch gesprek is naar aanleiding van diens levensthema’s. Rilke nodigt hem uit naar zijn eigen leven te kijken, zo, dat hij als het ware komt tot een metamorfose van zijn gevoelens van verdriet en eenzaamheid. [1]

Hoe toepasselijk, dit citaat voor deze tijd! Ook wij, zo beleef ik het, zouden deze wereldcrisis kunnen aangrijpen als een kans om een werkelijke verandering teweeg te brengen in onszelf en in de wereld. Oude paradigma’s, conventies, vanzelfsprekendheden kunnen overboord en worden ingezet tot omvorming. Dát is waar deze crisis ons toe kan leiden. Dat dit echter niet door iedereen zo ervaren wordt is duidelijk. De roep naar verandering is hoorbaar in de samenleving. Maar nog luider is de roep van ‘we moeten weet terug naar ons leven hiervoor’. Deze wanhoopuiting, ingegeven vooral door angst, is begrijpelijk. ‘Terug’ zal ons niet helpen, alleen wezenlijke verandering. Kunnen we onszelf ertoe brengen om werkelijk ín de crisis te gaan staan. Stilstaan en onze gevoelens toelaten. Hebben we de moed om de angst en onmacht te beleven en niet te ontduiken? Kan de ironie plaats maken voor de ernst en boosheid in mildheid omslaan, het verdriet in inzicht?[2]

Om een werkelijke, noodzakelijke metamorfose te bewerkstelligen zullen we alle drie de stappen moeten doormaken. Geen enkele overslaan. Dan zal het inzicht ons richting geven en doen begrijpen  wat ons te doen staat. En dan zal het hieruit ontstane wilsbesluit een krachtig zaadje voor de toekomst betekenen.

Rilke, tijdgenoot van Rudolf Steiner, heeft zijn leven lang geworsteld met het kunstenaarschap maar ook en misschien vooral met zijn eigen ontwikkeling.[3] Zijn filosofische bespiegelingen stonden altijd aan de basis van zijn relaties met andere kunstenaars, waaronder bijvoorbeeld zijn vriendschap met Rodin.

Boeiend is voor mij dat zijn eigen zielenleven de motor was voor al zijn schrijven en daarmee tevens anderen hielp om daarin helderheid te krijgen. Zo ook zijn gesprekken met Kappus, [4]. Wellicht kan deze oproep doorklinken tot ieder die zich deze volkomen nieuwe situatie aantrekt waarin elk mens en de hele wereld zich nu bevindt, en zo een bijdrage leveren aan een gezonde(re) toekomst voor ons allen.

Elly Beeren, januari 2021

[1]U hebt veel en groot verdriet gekend, dat voorbij is gegaan. En u zegt dat ook dit voorbijgaan moeilijk was en u van streek maakte. Maar overdenk, vraag ik u, of dat grote verdriet niet veeleer dwars door u heen is gegaan? Of er niet binnen in u veel is veranderd, of u niet ergens, op enigerlei plaats van uw wezen bent veranderd terwijl u verdrietig was? Als het ons mogelijk was om verder te kijken dan ons weten reikt, misschien zouden we dan ons verdriet met een groter vertrouwen dragen dan onze vreugde. Want het zijn de ogenblikken waarop iets nieuws in ons is binnengegaan, iets onbekends, er ontstaat een stilte, en het nieuwe, dat niemand kent, staat er zwijgend middenin. Hoe stiller, hoe geduldiger en opener wij in ons verdriet zijn, des te dieper en vastberadener komt het nieuwe in ons”.

[2] “Wij moeten ons bestaan aanvaarden voor zover het maar enigszins mogelijk is; alles, ook het ongelooflijke, moet daarin mogelijk zijn. Wij hebben geen reden tot argwaan jegens onze wereld, want zij is niet tegen ons. Heeft zij verschrikkingen, dan zijn het onze verschrikkingen, heeft zij afgronden, dan behoren die afgronden aan ons toe.”

 

[3]……..geloof niet dat degene die u probeert te troosten moeiteloos te midden van de eenvoudige en stille woorden leeft waarbij u menigmaal baat vindt. Diens leven is rijk aan droefenis en verdriet en het blijft ver bij de woorden ten achter. Maar als het anders was, zou hij die woorden nooit hebben kunnen vinden.”

 

[4] “Er gebeurt nu zoveel, mijn beste Kappus; u moet geduld oefenen als een zieke en van vertrouwen zijn vervuld als iemand die herstellende is; want misschien bent u dat wel allebei. En méér dan dat: u bent ook de arts die over zich zelf moet waken. Maar iedere ziekte kent tal van dagen waarop de arts alleen maar kan afwachten. En dat is wat u, voor zover u uw eigen arts bent, nu vooral moet doen”.