De mens ziet het wezenlijke van het menszijn niet meer in de goddelijk-geestelijke kosmos; hij ziet het werkstuk van het goddelijk-geestelijke in het aardse.

— Rudolf Steiner (Kerstmis 1924)

Reizen zonder voetspoor – Tussen sterven en geboren worden

In dit stukje verken ik het thema sterven naar aanleiding van het boek “Reizen zonder voetspoor – Tussen sterven en geboren worden” en breng de inhoud in samenhang met het project “Euritmie in verbinding met gestorvenen”, de viering op 10 november 2024.

Geschreven door Martine Meursing, met dank aan Huub Houben

“Reizen zonder voetspoor – Tussen sterven en geboren worden”*

Het woord “ontslapen” verwijst naar een proces waarna het bewustzijn niet meer slaapt. We worden kennelijk wakker in een andere zijnstoestand, maar voor dat dat gebeurt heb je er geen “weet” van.

Als ik terugkijk naar mijn loopbaan als euritmiste dan zie ik fasen. Ik was met 25/26 jaar heel zeker, vol overgave en had het gevoel helemaal in de euritmie te zijn als ik bewoog. Ik “wist” wat euritmie was. Maar als ik nu beweeg ervaar ik de beweging heel anders, ik weet mijn aandacht meer te sturen en kan, terwijl ik dat doe, een deel van mijn ziel waarnemen. Ik voel en zie de beweging meer vanuit mijn, door ervaring gegroeide, ziel. Ik heb een ander stuk van mijzelf ter beschikking gekregen en neem daardoor in mijn leven bewustzijnsfasen waar.

Dit als voorbeeld dat we als mensen niet lineair groeien. Ik hoor dit ook om mij een. Als we ouder worden en leven, ervaren, van alles meemaken, verandert de substantie van de eigen ziel, in dubbele zin. In de substantie als zodanig, en in het vermogen dat zelf gewaar te worden. Met meer innerlijke ogen. Hoe zou dat dan na de dood zijn?

Het boek “Reizen zonder voetspoor” neemt de lezer mee door woord en beeld in zijnsprocessen tussen sterven en weer geboren worden.  Daarin worden bewustzijnsfasen getoond die zonder ruimte in de tijd van de geest plaatsvinden (die in de geestelijke werkelijkheid plaatsvinden). Het is in het gewone leven al een kunst om woorden te geven aan substantiële niet-fysieke processen, dus hoe is dat om dat voor het leven tussen dood en nieuwe geboorte te proberen?

De literatuurlijst achterin is indrukwekkend en toont heel verschillende inspiratiebronnen. Voor mij is het essentieel dat Rudolf Steiner erin vermeld staat. Zijn inzichten maken dat de lezer omvattender kan duiden. De manier waarop Steiner de evolutie van de ziel beschrijft, over hoe de mens in welke fase ontwaken kan, maakt dat je oude teksten, maar ook nieuwere, dieper kunt “lezen”. Dat is denk ik belangrijk en zingevend.

In het boek worden fasen beschreven die niet-fysiek zijn. Enerzijds fasen die de ziel doormaakt vanuit zijn opgebouwde levenservaring, anderzijds vanuit wezens die vanuit de kosmos inwerken op de gestorven ziel.

Voor ons wakkere mensen is het al een kunst om waar te nemen waar je met jezelf bent.

Ik open mijn armen, ik open mijn ziel, en ik neem waar wat er naar mij toe komt. Of ik open mijn armen maar stroom uit vanuit mijn ziel naar iemand, of iets. Uiterlijk lijkt dat hetzelfde gebaar, maar met de voelende ziel “doe” ik iets anders. Als ik naar de ander stroom, slaap ik voor mijzelf een beetje in, ik neem de ander waar. Maar echt gewaarworden doe ik dat pas als ik weer in mijzelf kom. Dan vind ik daar een indruk als ik er wakker voor ben.  En hoeveel neem je echt waar van de ander?

In de euritmie is dit sturend-zijnde-voelen een niet-fysiek aspect in de beweging. Het is zichtbaar in de ruimte, tussen de euritmisten wanneer zij als groep bewegen en ook als puur zielen-geestproces in de beweging van een enkele euritmist.

Dat meedoen in het voelende zijn als toeschouwer, werkt in de wezensdelen losmakend, je wordt een beetje meer in het stromende getild, en kunt dat ervaren in je ziel.  Doordat je wijder wordt, meer de ethersfeer van je eigen zijn gaat beleven, kunnen volgens Rudolf Steiner de gestorvenen ons makkelijker bereiken.

Als we dus steeds bewuster kunnen worden van onze “zijnstoestand” leren we steeds meer gewaarworden wat er in de sferen om ons heen werkt, leeft, weeft.

Euritmie doen of waarnemen is daarbij een grote hulp. Euritmie wordt wel als zwevend beleefd. En dat is ook de bedoeling. “Als engelen” zouden de euritmisten moeten bewegen, zegt Steiner, waardoor er heel andere kwaliteiten kunnen verschijnen dan de puur fysiek aardse. Omdat dat ook een deel van de werkelijkheid is. Zo kan door euritmie te zien of tedoen onze sensitiviteit groeien voor ons ziele-geestwezen.  Daardoor leren we steeds meer beleven dat we niet ons lichaam zijn, maar door het lichaam via de zintuigen de werkende krachten van het scheppende om ons heen zien, en kunnen we ervaren dat we daar geheel deel vanuit maken.

U bent hartelijk welkom om mee te doen.

Op 10 november een matinee met workshop, inleiding, en euritmievoorstelling met taal en harpmuziek.

14.15 uur Workshop Halleluiah, kleuteraula (apart te volgen, euritmieschoenen mee)

15.00 uur. Thee, inloop

15.30 uur aanvang

Inleiding

Gevolgd door euritmie van Martine Meursing en Minke Willemse (het Onze Vader gebed)

Gevolgd door het Corriente Ensemble uit Zeist.

Eindtijd ongeveer: 17.00 uur

Plaats: Vrije School Brabant Nuenenseweg 6, Eindhoven.

Entree: aan de deur of via de Crowdfunding (komt half september actief).
Richtbedrag: 25 euro p.p.
Laat geld geen reden zijn om niet te komen, iedereen is welkom.

Aanmelden voor de workshop: martine.meursing@hotmail.com tot 6 november.
Vindt plaats met minimaal 10 deelnemers.

*“Reizen zonder voetspoor – Tussen sterven en geboren worden”
Frederiek Nelissen (beelden in kleur) en Wil Uitgeest (tekst) – ISBN: 978-90-8284-245-6